Cliënten van de gemeente Boxtel zijn niet veranderd. Het gaat, net als voor de Participatiewet, om mensen die om uiteenlopende redenen niet zelfstandig aan het werk kunnen gaan. Maar door de Participatiewet wordt er vanuit de gemeente wel anders gekeken naar de groep die voorheen in aanmerking gekomen zou zijn voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Jezek: “Zij zijn niet meer de mensen met een beperking. Zij zijn nu mensen die kunnen werken. En ze moeten gaan werken. Dat is het grote verschil met de Wsw. Cliënten hadden bij de Wsw de keuze om daar gebruik van te maken. Dat geeft hele andere gesprekken. Die cliënten moest ik destijds over een drempel heen helpen. Zij schrokken van het stempel Wsw. Nu praten we over een baan en welke mogelijkheden een cliënt heeft, waarbij een regulier dienstverband met loonkostensubsidie voor hen het hoogst haalbare is.”
Wat een cliënt nodig heeft om te gaan werken, is niet altijd meteen duidelijk. Jezek: “We streven naar werk voor alle cliënten, maar dat is niet altijd direct haalbaar. Uit onderzoek zal blijken of mensen kunnen werken. En zo niet, waarom niet. Daarna kan je een cliënt op weg helpen richting de arbeidsmarkt. Maar ze moeten zelf zaken oplossen die hen tegenhouden om te gaan werken, zoals kinderopvang, schuldhulpverlening, enz.” In principe wil Jezek dat iedereen gaat werken. Dat is ook het motto van zijn collegaklantmanagers: Maak jezelf overbodig en laat cliënten zo veel mogelijk zelfstandig functioneren.
Voor de begeleiding en het aan het werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking werkt gemeente Boxtel samen met sociaal werkbedrijf WSD. Jezek ziet WSD als het huis voor iedereen die enige vorm van ondersteuning nodig heeft om aan het werk te gaan. “Met de komst van de Participatiewet is het dienstenpakket van WSD uitgebreid. Ik kan met een cliënt bij dit huis terecht om hem zo ver mogelijk te ontwikkelen. Dat is fijn want de cliënt is bekend bij één organisatie en zijn gegevens blijven ook bij één organisatie. Hoewel de cliënt niet altijd zit te wachten op WSD. Ze zien WSD als het bedrijf waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Ze zijn bevooroordeeld en dat geef ik ze ook terug. Het is toch zonde als ze zich door het beeld dat ze over WSD hebben laten tegenhouden. Ze zullen toch moeten gaan werken.”
Cliënten die naar mening van de WSD-consulent regulier kunnen werken worden aangemeld voor de Werkacademie. Dit blijft een inschatting van de betreffende consulent. Jezek: “De Werkacademie is een intensief traject waar juist door die intensiteit mogelijke niet eerder opgemerkte beperkingen duidelijk worden. Dus mocht de Werkacademie te hoog gegrepen zijn kan ik van andere diensten gebruik maken. Bijvoorbeeld de proefplaatsing en loonwaardemeting. Geen enkel traject is voor niets. Er komt altijd informatie boven die mijn cliënt verder op weg kan helpen. Het is heel fijn dat dat allemaal binnen één organisatie kan.”
In het verleden voerde WSD de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) voor de gemeente uit. Met de komst van de Participatiewet stopte de Wsw en daarmee de instroom van cliënten. Om te voorkomen dat de infrastructuur van WSD zou verdwijnen, spraken WSD en de gemeente Boxtel een zogenaamd transitiearrangement af: elke cliënt die uitstroomt bij WSD, bijvoorbeeld door pensioen, overlijden of einde dienstverband, wordt vervangen door een cliënt die valt onder de Participatiewet.
Voor Piet Jezek is het transitiearrangement geen doel op zich. Hij vindt het belangrijk om vooral die cliënten in het transitiearrangement in te laten stromen waarvan hij verwacht dat ze een ontwikkeling door kunnen maken. “Het transitiearrangement moet volstromen. Dat is een afspraak die we met elkaar gemaakt hebben maar het is niet leidend bij beslissingen over wat cliënten nodig hebben.”
Door de komst van de Participatiewet is Jezek nog meer dan voorheen bezig met het begeleiden van cliënten naar werk. “De vrijblijvendheid van cliënten zoals bij de Wsw is er niet meer. Iedereen moet zoveel mogelijk aan het werk. Omdat WSD haar dienstverlening heeft uitgebreid is er voor elke cliënt een passende dienstverlening. Van het onderzoeken wat iemand nog nodig heeft om aan het werk te kunnen tot het vinden van een passende duurzame werkplek. Dat cliënten nu door één organisatie opgepakt en begeleid kunnen worden vergroot de kans op een passende duurzame werkplek. Ik vind dat heel positief.”