Om de derde trede van PSO te halen moet je als bedrijf aan een aantal zaken voldoen. Het gaat niet alleen om het aantal mensen uit de PSO-doelgroep dat in dienst is, maar bijvoorbeeld ook over of de organisatie passend werk kan bieden aan de medewerkers. “Voor ons betekende het behalen van de PSO-certificatie geen verandering in de bedrijfsprocessen, “ zegt Anka. “Wij hebben niets aan hoeven te passen, voor ons is het de normale gang van zaken. Het is voor ons dus nooit een bewuste keus geweest om ons bedrijf zo te organiseren dat we PSO-gecertificeerd konden worden, bijna al onze medewerkers hadden al een ‘rugzakje’ en wij hebben hen door middel van schilderen een baan aan kunnen bieden. Voor de buitenwereld betekent het echter wel echt iets; sociaal ondernemen is in. “
Wanneer een organisatie PSO-gecertificeerd is komt een auditor van een onafhankelijk bureau kijken of die organisatie zich aan de regels houdt. De auditor kijkt bijvoorbeeld of het bedrijf de personeelsdossiers op orde heeft. “En wij vertellen van alles over onze bedrijfsvoering, bijvoorbeeld over hoe wij de begeleiding georganiseerd hebben”, vertelt Anka, “Dit alles geeft dan antwoord op de vraag in hoeverre PSO in de organisatie geïntegreerd is. We nemen de auditor ook mee naar de werkvloer, dan kunnen ze ook nog praten met de werknemers.” Anka vertelt ook dat de regels functioneel gehandhaafd worden, dat er marges aan de regels zitten; het gaat met name om de intentie van de regels. “Er wordt vooral gekeken naar hoe je er als werkgever mee omgaat.”
PSO een toegevoegde waarde
Een PSO-erkenning geeft naast de financiële voordelen die werken met mensen met een arbeidsbeperking heeft ook voordelen bij aanbestedingen waardoor de concurrentiepositie sterker wordt. ”Aannemers huren ons in omdat wij aan hun social returnverplichting kunnen voldoen. Dat maakt het voor bouwbedrijven interessant om met ons te werken; een onderaannemer met PSO is erg gewild,”zegt Anka. “Wij werken als schildersbedrijf veel samen met glaszetters. Wanneer wij als opdrachtgevende partij kunnen kiezen voor een glaszetter met een PSO-certificering, dan werken wij daar liever mee samen dan met een glaszetter die dat niet heeft.”
Anka zou werken met PSO iedereen aanraden. “Het is echt een toegevoegde waarde. We zijn echt een team. Omdat we elkaar allemaal wel eens moeten helpen wordt je automatisch meer een teamspeler. Natuurlijk hoef je elkaar ook niet de hele tijd te knuffelen; we zijn een professioneel bedrijf en we profileren ons echt als schildersbedrijf.”
PSO is een keus
Het werken met PSO past niet bij elke organisatie. “De ondernemer moet een bewuste keuze maken of PSO het juiste instrument is of niet. Er komt behoorlijk veel bij kijken als je je bedrijfsvoering wilt veranderen,” zegt Paul. “Om in aanmerking te komen voor een PSO-keurmerk is voor de meeste bedrijven een behoorlijke uitdaging, maar het biedt ook zeker kansen. Het vereist een gedetailleerd inzicht in het personeelsbestand en er moet veel beschreven worden, dat kan erg ingewikkeld zijn.” De wereld tussen sommige bedrijven en de doelgroep kan heel groot zijn en ondernemers kunnen het heel spannend vinden om zich te laten certificeren. “Wanneer ze de stap eenmaal gezet hebben,” zegt Anka, “blijkt het vaak een toegevoegde waarde te zijn voor het bedrijf.”
Ondernemers weten vaak niet hoe ze het aan moeten pakken als ze besloten hebben voor PSO in aanmerking te willen komen. In de praktijk blijkt dat reuze mee te vallen. Anka vertelt dat wanneer ondernemers bij hen komen kijken zij vaak een ‘oja-reactie’ hebben. Dan blijkt die berg werk die er misschien voor nodig is om de organisatie om te gooien ineens minder groot. Anka raadt ondernemers die met PSO willen werken dan ook aan om eens te gaan praten met gecertificeerde bedrijven. Het is lastiger te bedenken hoe je dat kan organiseren wanneer je achter je bureau zit. “Als je gaat kijken, vertelt Anka, “zie je dat het niet moeilijk hoeft te zijn. Veel ondernemers denken andersom dan wij, zij moeten hun personeelsorganisatie omgooien, dat is bij ons nooit nodig geweest. Je moet als ondernemer wel echt willen; als je niet de intrinsieke motivatie hebt dan val je uiteindelijk door de mand. Je moet er voor open staan en de mogelijkheden zien.” Paul geeft daarbij aan dat het adviespunt Social Return daar uiteraard hulp en begeleiding bij kan bieden.
“Hoewel de belangstelling voor PSO groot is zijn we er nog niet”, merkt Jeanneke op. Om het werken met PSO meer geaccepteerd te krijgen zouden meer grote organisaties een voorbeeld moeten geven. “Gemeenten geven aan dat zij daar graag een voortrekkersrol in willen vervullen door actiever beleid te voeren op het gebied van social return. Ook hebben veel gemeenten de intentie uitgesproken om zelf PSO-gecertificeerd te worden. Op het moment dat dit realiteit wordt hebben we echt te maken met ketensamenwerking en komt er volume tot stand. Op die manier krijgen social return en MVO een enorme impuls.”