Project Vergunninghouder

Door de grote vluchtelingenstroom van de afgelopen jaren heeft Nederland nu te maken met een grote groep vergunninghouders, voornamelijk afkomstig uit Syrië, Eritrea en Somalië. Vanuit de Participatiewet is het idee dat ook deze vergunninghouders gaan deelnemen aan de maatschappij. Werken in een land waar je de taal nog niet goed spreekt en de bedrijfscultuur niet kent is voor veel mensen erg moeilijk. Om hen daarbij te helpen, en op die manier de gemeenten te ontzorgen, heeft de Werkacademie van WSD een project opgezet. Werk & Participatie sprak met Debby van Dalen, trainer bij de Werkacademie.

Vergunninghouders vormen een nieuwe groep bewoners in Nederland. Een vergunninghouder is iemand die de asielprocedure heeft doorlopen en een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd heeft. Via vluchtelingenwerk hebben ze een woning en is geregeld dat hun kinderen naar school kunnen. Werk echter hebben ze (nog) niet, maar vanuit de Participatiewet wordt dat wel van ze verwacht. De Werkacademie heeft speciaal voor deze groep een project opgezet; project Vergunninghouders. Hierbij is vooral aandacht voor wat iemand kan en voor werknemersvaardigheden die in een westers land als Nederland verwacht worden.

Het traject

De deelnemers zijn door de gemeente bij WSD aangemeld. In september zijn er drie groepen gestart bij de Werkacademie. Op verzoek van de gemeenten begint het traject nu ook in Nuenen en Vught.

Het traject dat de deelnemers doorlopen in dit project duurt een half jaar waarbij de deelnemers één dagdeel per week de training volgen en een aantal dagdelen per week werken op een stageplaats. Het project loopt gelijktijdig met de inburgeringscursus die vergunninghouders verplicht zijn te doen. Afhankelijk van hoeveel tijd iemand daarmee bezig is kan iemand meer of minder dagdelen werken.

Voor de start van de training zijn geen normen vastgesteld. Vergunninghouders vormen namelijk geen homogene groep. “Ze komen uit verschillende landen, hebben verschillende achtergronden en opleidingsniveaus”, zegt Debby, “In eerste instantie wordt daarom gekeken naar het arbeidsverleden van de vergunninghouder. Wat was zijn/haar beroep in het land van herkomst, en wat deden zijn/haar ouders?” De veranderingen in bijvoorbeeld gedrag en mindset die nodig zijn om in Nederland te kunnen werken verschillen dan ook per persoon. Die verschillen kunnen erg groot zijn. Sommigen zijn hoogopgeleid en hebben veel werkervaring, anderen leefden van de eigen landbouw die daardoor een werkervaring hebben die voor de Nederlandse arbeidsmarkt minder relevant is.

Zelfvertrouwen

Helaas worden de talenten en kwaliteiten die deelnemers hebben soms overschaduwd door een gebrek aan zelfvertrouwen. De deelnemers hebben vaak veel meegemaakt en zijn de Nederlandse taal vaak nog niet machtig. Het niet beheersen van een taal doet ook geen goed voor je zelfvertrouwen. Er is daarom tijdens de training veel aandacht voor de kwaliteiten en talenten van de deelnemers. ‘Wie ben ik en wat kan ik?’ zijn vragen die dan ook centraal staan.

De deelnemers lopen tegen verschillende zaken bij hun zoektocht naar werk aan. Naast dat de taal een obstakel kan zijn, of dat het gebrek aan ervaring het vinden van werk bemoeilijkt, is het in Nederland bijvoorbeeld voor bepaalde sectoren nodig een toets te doen om in die sector te kunnen werken. “ Het VCA- certificaat om veilig te kunnen werken is daar een voorbeeld van”, licht Debby toe, “Wanneer je geen Nederlands spreekt, is het maken van zo’n toets heel lastig. Alleen het hebben van veel werkervaring in die sector in het land van herkomst is dus niet voldoende.”

Werknemersvaardigheden

Waar het verder in de training vooral om gaat zijn de werknemersvaardigheden. “Wat een werkgever in Nederland verwacht van een werknemer is misschien anders dan hoe dat in het land van herkomst van de statushouders is”, zegt Debby. “Hoe gaan collega’s in Nederland met elkaar om? Hoe spreek je een leidinggevende aan? “Wij zijn belangstellend naar elkaar toe. Dat wordt in sommige landen als nieuwsgierig en not done ervaren”. Kortom, welke vaardigheden zijn nodig om in de Nederlandse bedrijfscultuur te passen?” Hiervoor is het nodig om zekerheden los te laten, om flexibeler te worden waardoor aanpassen gemakkelijker wordt. Het belangrijkste doel van het project Vergunninghouder is het veranderen van het gedrag en de mindset van de deelnemers om aan de verwachtingen van een Nederlandse werkgever te kunnen voldoen. De Werkacademie wordt bij dit project ondersteund door psycholoog, gedragstherapeut en ervaringsdeskundige Serjik Safarlou.

De verandering van mindset die bij deze training centraal staat is niet makkelijk. De trainers van het project moeten investeren in een warme relatie met de deelnemers. Er moet vertrouwen opgebouwd worden. Wanneer de trainers oprechte interesse tonen in hun verhaal, dan is er ruimte voor verandering mogelijk. “Het mooie eraan zijn de vele persoonlijke verhalen”, zegt Debby, ”Als je ziet hoe iemand verandert, dat iemand gaat het snappen, of dat nu om taal of gedrag gaat. Daar doe ik het persoonlijk voor”.

Haalbaarheid

Een ander belangrijk onderdeel is het bijbrengen van realiteitszin. Wat is haalbaar? Wat voor werk is mogelijk met een bepaalde achtergrond, of is het wellicht mogelijk studiefinanciering te krijgen om een studie te kunnen volgen? Wat iemand kan en wat haalbaar is in deze situatie komt lang niet altijd overeen. En dan moet plan B in werking worden gesteld.

Het uiteindelijke doel van het project is het vinden van werk of een opleiding voor de vergunninghouder. Dat kan een reguliere of gesubsidieerde werkplek zijn. Door het maken van stappen op de participatieladder gaat hij/ zij deelnemen aan de maatschappij.

Plaats een reactie

Naam
E-mailadres
Persoonlijk bericht *

Deel dit artikel

Laatste blogs

Klanttevredenheidsonderzoek

Onlangs heeft WSD een klanttevredenheidsonderzoek gehouden en onze klanten geven ons een 7,9! Waar zijn ze het meest blij mee? Onze samenwerking, betrokkenheid, communicatie, klantvriendelijkheid, kwaliteit en deskundigheid krijgen de hoogste punten. Wil je meer weten? Bekijk hieronder de volledige infographic.

Subsidie Europees Sociaal Fonds

Het Europees Sociaal Fonds (ESF+, programmaperiode 2021-2027) maakt mede mogelijk dat werkgelegenheid wordt bevorderd en mensen aan het werk worden geholpen. De Europese Unie verdeelt ESF-subsidies over alle landen die lid zijn van de Europese Unie. Nederland gebruikt dat geld voor re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.